Portretten raadsleden: Mina Morkoç (GroenLinks)

In aanloop naar de Beste Politicus van het Jaar-verkiezing delen we korte portretten van de genomineerde raadsleden. Wat zijn hun ambities en hoe zetten zij zich in voor de stad? Lees het hier!

Wat is u het meest bijgebleven van uw tijd als raadslid?

In maart 2022 ben ik verkozen, dus veel is nog nieuw voor mij. Hetgeen mij het meest is bijgebleven tot nu toe zijn de dossiers waar ik mij in heb vastgebeten, zoals de energietoeslag voor studenten en de walstroom voor cruiseschepen. Studenten – en jonge Rotterdammers in het algemeen – worden slecht vertegenwoordigd in de politiek en ik vind het heel tof dat ik mij daarvoor mag inzetten. Het energietoeslagdossier heb ik dan ook veel aandacht gegeven, van schriftelijke vragen tot het indienen van verschillende voorstellen. Het onderwerp hebben wij, samen met een heleboel andere jonge raadsleden door het hele land, ook landelijk aangekaart door een brief te sturen naar het kabinet. Ik kan echt zeggen dat ik alles er tegenaan heb gegooid om studenten zo veel mogelijk te helpen. Dat hoop ik bij alle dossiers te kunnen zeggen. Deze momenten in de gemeenteraad zijn mij enorm bijgebleven omdat ik er veel van heb geleerd en constant ontzettend dankbaar ben geweest dat ik het mocht doen!

Wat zou u nog willen bereiken in uw politieke carrière?

Ik ben de politiek ingegaan omdat ik bepaalde visies en dromen heb voor de stad en de rest van de wereld. Politiek is mijn middel om die visies te bewerkstelligen en dat vind ik momenteel het juiste middel. Er zijn een heleboel onderwerpen in Rotterdam waar ik mij hard voor wil inzetten. Zo wil ik mij graag inzetten voor het klimaat, zowel de adaptatie als het voorkomen van klimaatverandering. Dat wil ik bijvoorbeeld doen door de haven te vergroenen. Rotterdam heeft de meest vervuilende haven van Europa en ik geloof dat dat anders kan. Als ik aan het einde van mijn termijn kan zeggen dat er wezenlijke verandering is in het beleid rondom klimaat en de urgentie wordt gevoeld, ben ik tevreden.

Op welke manier zet u uzelf als raadslid in om de opkomst bij de volgende verkiezingen in Rotterdam te verhogen?

Daar begin ik mee door na te denken over wat voor politicus ik wil zijn. Ik probeer benaderbaar te zijn, mijn e-mailadres en nummer staan overal en iedereen kan mij op social media een berichtje sturen. Ik stel mij kwetsbaar op en ik deel veel om te laten zien wat ik doe als raadslid en ook wat voor mens ik ben naast de politiek. Daar krijg ik uiteraard wel eens reacties op van mensen die het niet met mij eens zijn, maar daar reageer ik ook op, net als op positieve reacties. Ik ben niet alleen een politiek figuur, ik ben ook gewoon een student, een jurist en een dochter – en nog wel meer – en ik denk dat het belangrijk is om dat eveneens te laten zien. Ik hoop dat dat vertrouwen oplevert, dat ik geen gemaakt figuur ben.

Ik word soms zelfs getagd op sociale media in content waarbij Rotterdammers aangeven dat ze hulp nodig hebben, dus ik denk dat mensen voelen dat de drempel bij mij laag is om contact te leggen. Ik ben natuurlijk niet alleen online benaderbaar en bereikbaar, maar ook offline. Ik doe echt mijn best om bij ieder punt in de raad mensen uit de praktijk te betrekken. Het stadhuis voelt voor velen nog heel ver weg, dus ik nodig zoveel mogelijk mensen, met name jongeren, uit voor “mijn eigen kleine revolutie in het politieke glazen huis”. Ik doe daardoor heel veel koffies met Rotterdammers, terwijl ik eigenlijk maar één kopje per dag kan hebben voordat ik trillerig word, dus dat is wel grappig. Dan drink ik een kopje thee.

Wat is uw lievelingsplek in Rotterdam?

Daar heb ik eerder een stuk over geschreven (‘Bruggenbouwer’), omdat het zo’n bijzondere plek is voor mij: het punt op de Maasboulevard waar je de drie bruggen tegelijk kunt zien: de Hef, de Willemsbrug en de Erasmusbrug. Ik reflecteer daar veel: hoe vet is het dat ik hier woon en ben opgegroeid, zo’n mooie, grote stad met zoveel goeds en dat ik mag werken aan de dingen die niet goed gaan? Dat punt is voor mij een plek van geluk, maar ook een plek waar ik tot rust kom na bijvoorbeeld een heftig debat of een tentamen. Ook merk je daar pas hoe groot de stad is. Nederland is eigenlijk helemaal niet zo groot, maar Rotterdam is een wereldstad.

Door