Laat de vraag naar solidariteit wederkerig zijn

Opiniestuk door Liesbeth Levy - filosofe en directeur stichting LOKAAL Rotterdam

Liesbeth Levy Beeld: Rogier Bos

Het voorjaar van 2020 zal de geschiedenisboeken ingaan als een periode waarin een pandemie de hele wereld platlegde. Nadat in vele landen via noodverordeningen een lockdown van kracht werd, ontwaakten velen van ons in een wereld waarin de lucht blauw en ijl was, er meer vogels floten, de centra van de wereldsteden leeg waren en het ‘front’ zich bevond achter de muren van ziekenhuizen en verpleeghuizen. Een van de meest opmerkelijke effecten van deze crisis was het gegeven dat datgene wat essentieel is voor het sociale, publieke en politieke leven van mensen, namelijk fysieke nabijheid, een bedreiging was geworden. Omdat het virus vooral ouderen trof werd het openbare leven stilgelegd. De gedachte hierachter was dat zo de jongeren de ouderen zouden beschermen. Als gevolg hiervan sloten ook de scholen, zowel de basis als het middelbaar als het hoger onderwijs. Kinderen en jongeren kwamen van het ene op het andere moment thuis te zitten en moesten van daaruit hun ritme zien te hervinden.
Ruim een half jaar later, in de tweede golf, wordt steeds zichtbaarder hoe groot de impact van de eerste lockdown geweest is voor jongeren en klinkt vanuit diverse hoeken de roep speciaal corona-beleid voor jongeren te ontwikkelen.
In Rotterdam zijn we daar direct al mee begonnen, waarbij het uitgangspunt is dat dit beleid alleen succesvol kan zijn als het vóór en dóór jongeren wordt gemaakt. De Rotterdamse jongerenadviesraad Young010 heeft daarom samen met stichting LOKAAL – centrum voor democratie en het ondersteunende bureau van Young010 – aan het begin van de crisis half maart het initiatief genomen om een Jongerentop te organiseren. Een top waarbij ruim 500 jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 23 jaar, zich kunnen uitspreken over de vraag wat zij nodig hebben om veerkrachtig uit de coronacrisis te komen. Deze top stond gepland voor , vrijdag 9 oktober, maar kon niet doorgaan vanwege de nieuwste maatregelen om het virus in te dammen. Hoe ironisch kan het zijn?
Dit neemt niet weg dat we de afgelopen maanden tijdens speciale wijkgesprekken (fysiek en digitaal) al met meer dan 150 jongeren uit heel Rotterdam, in alle diversiteit wat betreft opleiding, leeftijd, postcodegebied, hebben gesproken. Een onderwerp dat vaak werd genoemd tijdens deze gesprekken is het gemis fysiek aanwezig te zijn op scholen; het uiterst belangrijk sociale aspect van het onderwijs, docenten en leerlingen.

Het is in de afgelopen maanden nog duidelijker geworden dat school veel meer is voor jongeren dan alleen een plek waar kennisoverdracht plaatsvindt. Voor sommigen gaat het zelfs zo ver dat de plek waar ze hun opleiding volgen een veilige thuishaven is. Jongeren en docenten ervaren een verlies aan motivatie, omdat online lesgeven en krijgen een verarming betekent van het contact, en daarmee van de pedagogische relatie.

‘We zijn vergeten een zachte landing te maken’ merkte een docent maatschappijleer van het Albeda College op naar aanleiding van deze bevindingen. En dit is precies wat de jongeren ook aangeven, hoe in de ijver de schoolprestaties van leerlingen op niveau te houden en de lesstof door een digitale trechter door de strot te duwen, geen rekening werd gehouden met de sociale en maatschappelijke impact van de lockdown op het leven van jongeren.
Er is haast gemaakt en niet stil gestaan, terwijl de omstandigheden daar juist aanleiding toe gaven.

In een van onze gesprekken vertelde een jongere dat hij uit een fijn gezin kwam, maar dat hij en zijn ouders elkaar niet meer begrepen tijdens de lockdown. Beschaamd dacht ik aan mijn eigen puberkinderen, hoe hard ik bezig was geweest hen in een structuur te dwingen, terwijl zij op zoek waren naar een eigen ritme.

Dat die zoektocht in Coronatijd geen sinecure is voor jongeren en dat dit van invloed is op hun mentale gezondheid kwam ook in de wijkgesprekken naar voren. Zo vertelde een meisje welke impact het verlies van sociale contacten, structuur en perspectief op haar hadden. Depressieve klachten, eenzaamheid en twijfel kwamen sterk naar boven. En ondertussen vroeg zij zich nog steeds af hoe ze aan zichzelf kon werken zodat ze klaar kon staan voor anderen, want, zo dacht ze, er zijn zeker anderen die het zwaarder hebben dan ik.

Al eind mei 2020 bleek uit een analyse van Unicef dat er onvoldoende aandacht is voor de gevolgen die de corona maatregelen hebben voor kinderen en jongeren in Nederland, dat er weinig oog is over het mentale welzijn van kinderen en jongeren. Dit is precies een van de uitkomsten van de gesprekken die we met jongeren voerde. Laten we daarom de mentale impact van corona op een complete generatie niet wegstoppen. We moeten kijken naar wat jongeren binnen de maatregelen wel kunnen doen, in plaats van ze steeds te wijzen op wat ze niet mogen. Want ondanks onzekerheid over hun eigen leven, vragen veel jongeren zich af wat ze kunnen doen om verantwoordelijkheid voor anderen te nemen in deze situatie. En zien jongeren ruimte voor persoonlijke ontwikkeling.

Tijdens deze tweede golf zijn alle ogen gericht op jongeren en krijgen zij de schuld van de vele besmettingen. Maar laten we aan de andere kant niet vergeten hoe hard deze crisis juist de jongeren raakt.
Laat de vraag naar solidariteit daarom een wederkerige zijn.

Liesbeth Levy

Liesbeth Levy is filosofe en directeur van stichting Lokaal

Door