Ds. Ilse Hogeweg te gast in de Pinkstergemeente Kom en Zie

"In een omgeving van onrechtvaardigheid en strijd moet je opkomen voor vrede."

Beeld: Sander van Wettum

Vandaag vond de derde preek plaats van het project ‘Preken voor andermans Parochie’ van LOKAAL. Ds. Ilse Hogeweg (Protestantse Kerk Rotterdam-Kralingen) was te gast bij Jaap Wiersma, in de Pinkstergemeente Kom en Zie.

Lees hier de preek die zij uitsprak.

Broeders en zusters in Christus, moeten we vechten voor vrede? Dat is de vraag die meegegeven is om over na te denken. Aan alle voorgangers en gemeenschappen die meedoen aan ‘Preken voor andermans Parochie’.

Wat is vrede eigenlijk… ik denk dat we, zoals we bij elkaar zijn, daar allemaal een ander beeld bij hebben. Wat heeft u voor ogen, als u aan vrede denkt?

Iets uit de natuur? Iets waar veel mensen samen zijn en het goed hebben, een feest? Het einde van een oorlog? Wanneer is het vrede?

De profeet Micha heeft daar zo een mooi beeld bij. Vrede, dat is dat iedereen kan zitten onder je eigen vijgenboom en je eigen wijnrank (Micha 4). Zitten, niet opgeschrikt worden door berichten van oorlog en ellende. Rustig kunnen zitten, en niet bang zijn. Ieder heeft genoeg. Het goede leven. Iedereen kan rustig zitten, en nadenken…aan God denken, zich bezinnen, bidden…

Misschien vind ik dit ook zo mooi omdat ik op de plek waar ik hiervoor woonde, in Zeeland, ook zelf een vijgenboom had. Ik kón daar letterlijk zitten onder m’n vijgeboom, al heb ik dat geloof ik nooit gedaan. Maar in een mooie zomer gaf -ie wel vijgen.

Het is goed om stil te staan bij vrede als ons ideaal. Niet alleen ik onder mijn vijgenboom…maar iedereen onder haar of zijn vijgenboom. Iedereen mag een plek vinden van veiligheid en rust. Iedereen heeft genoeg voor een goed leven. Iedereen heeft tijd om na te kunnen denken, over God, over wat goed en belangrijk is in ons leven. Dan pas is het echt goed, echt vrede.

Ondertussen hebben wij allemaal het besef dat er geen vrede is. Mensen doen elkaar kwaad. Hier in de stad. In ons land. En anders wel op zo veel plekken in deze wereld. Mensen doen elkaar kwaad…voor we het weten doen wij ánderen kwaad. Met harde woorden, die bezeren. Of door de dingen die we doen. We doen een ander onrecht, of we laten iemand aan z’n lot over. Ook al willen het niet. We doen het. Vaak genoeg.

Vrede is zo een sterk ideaal, een ongelooflijk verlangen van ieder van ons. En tegelijk is de wereld zoals ze is. Tegelijk zijn wij zoals we zijn. Wij moeten het doen met het geweld dat er in de samenleving is. Wij moeten het doen met het geweld dat er in Europa is – de aanslagen, die er zijn geweest. De dreiging, die er nog altijd is. We moeten het uithouden met onze angst, dat er ook aan ons geweld zal gebeuren. We moeten ons niet gek laten maken door angst. Die kan aardig met ons op de loop gaan.

Ik weet nog dat ik een jaar geleden sprak met tieners uit onze tienergroep. De aanslagen in Parijs waren toen net gebeurd. Met één van hen sprak ik. Hij vertelde dat hij bang was, dat ook hier zo een aanslag zou kunnen gebeuren. Ik heb hem toen gezegd:

Ja, dat kan…maar zelfs als dat gebeurt… dan geloof ik dat het toch lukt om daarna zo goed mogelijk met elkaar samen te leven.

En dat zeg ik, omdat ik uit het plaatsje Moordrecht kom.

Weet u Moordrecht te liggen? Onderweg naar Gouda. Toen ik opgroeide, als kind, telde Moordrecht 4000 inwoners. Waarvan 1000 Zuid-Molukkers. Het was zo wonderlijk om in de voorbereiding van deze dienst er achter te komen dat uw voorganger, Jaap Wiersma, in diezelfde tijd in Moordrecht woonde. We schelen in leeftijd… Ik was kind, hij is ouder, hij werkte onder de Zuid-Molukkers.

U kunt zich voorstellen dat er veel onrust was, zeker in de tijd van de gijzelingen, de treinkaping. Er was ook geweld in het dorp, mensen werden in elkaar geslagen, winkels beroofd. Het is ook mijn ouders overkomen. In dit dorp groeide ik op, ik had Zuid-Molukse klasgenoten, ik was natuurlijk erg onder de indruk van de treinkaping. Er was angst en groot wantrouwen onder de mensen. Ook grote schaamte. Zo goed en zo kwaad als het ging is de samenleving daar verder gegaan. Daar is natuurlijk hard aan gewerkt, door de burgemeester, door allerlei mensen. En door Jaap Wiersma. Ik herinner mij als tiener ontmoetingen en gesprekken met de jongerengroep van de Zuid-Molukse kerk. Als samenleving moet je verder, elkaar durven ontmoeten en vriendschap willen sluiten. En dat is ook gebeurd.

Het is noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven. Concentreer je op het goede en geef nooit op! Daarover vertelt Jezus een gelijkenis. Lucas vertelt deze (Lucas 18:1-8).

Het is eigenlijk een grappig verhaal. Maar de boodschap is bloedserieus.

Een weduwe was onrecht aangedaan, en was daarom naar een rechter gegaan. Het was blijkbaar erg duidelijk wat er aan de hand was, alleen wilde de rechter geen uitspraak doen. Misschien wilde hij eerst geld hebben. Misschien had hij er gewoon geen zin in. Dat weten we niet.

Maar die weduwe houdt vol. Ze gaat telkens weer naar de rechter toe. Telkens weer. Tot hij er genoeg van heeft. Ook kan mij helemaal niks schelen wat wie dan ook of God van me denkt…Straks komt ze me nog in m’n gezicht slaan! … en die onrechtvaardige rechter geeft haar haar recht.

Als die onrechtvaardige rechter al luistert…dan God helemaal. God hoort wat jij bidt! Altijd. En hij gaat er mee verder, daar kun je zeker van zijn.

God hoort ons bidden…

Als ik deze gelijkenis hoor, dan hoor ik er nóg een opdracht in. Een opdracht om op te blijven komen voor wat goed is, voor wat rechtvaardig is. En dat nooit opgeven.

Als wij vrede voor deze wereld willen, als we vrede met elkaar willen, dan hebben we heel veel werk te verzetten. Werk in deze wereld. En werk aan onszelf!

We moeten net zo volhouden als die weduwe, net zo zeuren en terug blijven komen totdat alle, alle mensen een eigen en veilige plek hebben onder hun eigen vijgenboom.

Moeten we vechten voor vrede? We moeten in elk geval volhouden en nooit opgeven. Net zoals de weduwe.

Niet opgeven! Niet denken: die rechter is onrechtvaardig, dus het gaat mij niet lukken. Niet denken: het is te moeilijk, in mijn leven kan dat niet.

Ook, juist! In een omgeving van onrechtvaardigheid en strijd moet je opkomen voor vrede. Altijd volhouden en nooit opgeven.

Ik moest hierbij denken aan pater Frans van der Lugt. Pater Frans van der Lugt is een Nederlandse priester en jezuïet. In 1980 is hij in Syrië gaan werken. En hij is er altijd gebleven. Hij werkte er in het onderwijs. Hij heeft ongelooflijk veel gedaan voor het samenleven van christenen en moslims. Hij leidde een groot landbouwbedrijf, waar ook tientallen mensen met verstandelijke beperking konden werken. In 2011 brak de oorlog in Syrië uit. Pater Frans van der Lugt ging wonen in een klooster in een christelijk wijk van de stad Homs. Hij koos geen partij. Hij wilde blijven werken, er voor mensen zijn. Juist voor de mensen die niet weg konden, die niet konden vluchten. Hij bleef werken aan de relaties tussen moslims en christenen – in Syrië zijn er zeer verschillende groepen christenen en moslims. De bevolking van Homs heeft verschrikkelijk honger geleden, ook pater Frans. Hij riep de hele wereld op om wat dan ook te doen voor de hongerende bevolking van Homs. Dat deed hij in een videoboodschap via YouTube. Op 7 april 2014 is hij in de tuin van zijn klooster doodgeschoten. We weten niet door wie. Dezelfde dag is hij in de kloostertuin begraven.

Pater Frans van der Lugt heeft zijn leven gegeven voor vrede. In navolging van Jezus Christus, onze Heer. Heer. Hij is de mensen in Syrië, die het zo oneindig moeilijk hadden, trouw gebleven. Iemand zei: Hij gaf ons het gevoel dat we niet alleen waren. Dat was voor ons genoeg om te kunnen overleven.’

Als ik aan Frans van der Lugt denk, dan denk ik dat hij heeft gedaan wat Christus van mensen vraagt. Zoals hij dat heeft gedaan, dat kunnen niet veel mensen.

In een omgeving van groot onrecht en geweld, lukte het hem om een plek van vrede te bewaren. Om de liefde en trouw van Christus zichtbaar te maken. Het leven van Frans van der Lugt is voorbij.

Onlangs zag ik Floortje Dessing op reis in Syrië, en zij bezocht Homs, en kwam ook in het klooster waar Frans van der Lugt heeft gewoond. Een jonge Syrische lerares, Lilian, vertelde over hem, en zij straalde als ze over hem vertelde. ‘Hij heeft ons zo veel geleerd, we hebben van hem zoveel moed gekregen. Wij gaan verder op zijn weg.’ Er wonen weer mensen bij elkaar in het klooster, er rennen weer kinderen rond. Zij willen verdergaan in de geest van pater Frans, in navolging van Christus.

Er zijn mensen die volhouden, en niet opgeven, om te bidden en aan vrede te werken. Mensen die tot het uiterste gaan. Al kost het alles. Zo een mens was Frans van der Lugt. Het zijn nu de mensen in Homs die verder willen gaan met zijn werk. Ook al leef je in een oorlog, je kunt altijd blijven werken aan vrede. Niet toegeven. Niet opgeven. Net als die weduwe in Jezus’ gelijkenis. Er wordt gewerkt aan een samenleving van vrede, midden in alle onrecht.

En wij dan? Wat kunnen wij doen aan vrede? Paulus zegt het zo mooi: ‘Houd, voor zo ver het van u afhangt, vrede met alle mensen.’ (Romeinen 12: 18) Wij zijn wie wij zijn. Wij leven onze levens, met al onze zorgen en vragen en onze problemen. Die kunnen heel groot zijn.

En toch kunnen wij veel doen aan vrede houden met alle mensen. Wij kunnen en mogen bidden. Zonder de heilige Geest gaat het niet. Wij hebben de kracht van de Geest nodig. Wij moeten een vijgenboompje in ons hart planten, om daar een plek van vrede steeds terug te kunnen vinden. Dat is het begin.

Als wij verlangen naar vrede, dan zullen we er ook op uit moeten. Andere mensen ontmoeten. Vriendschap sluiten. Juist ook met mensen die heel anders zijn dan jij bent. Handen uitsteken –uitreiken naar elkaar. Elkaar leren kennen. We zullen dingen op moeten lossen, die niet goed gaan. Niet opgeven. Volhouden om dingen beter te krijgen. Je moet daar ook hulp voor durven vragen. Het samen met anderen doen. Ga aan het werk, en je zult er ook in groeien. Vrede vraagt creativiteit. Vrede vraagt om onszelf. Vrede vraagt jou en mij. Zonder mij, zonder u allemaal gaat het niet.

Het is noodzaak om altijd te blijven bidden en niet op te geven, zegt Jezus.

Er gaat echt iets gebeuren, als wij met elkaar op al die plekken waar wij wonen en leven, gaan bidden en werken aan vrede. Vrede is een vrucht en een gave van de heilige Geest. Je zult gezegend worden, als je je leven in dienst stelt van de vrede. Vrede vraagt jou en mij!

Amen!

Tekst: Ilse Hogeweg. 

Bekijk ook de foto’s (van fotograaf Sander van Wettum).

Door