Weg met Rotterdam! Lang leve Rotterdam!
Column Zihni Özdil, uitgesproken tijdens de nieuwjaarsreceptie van LOKAAL

Goedemiddag stadsgenoten,
Het is Rotterdam voor en Rotterdam na.
We hebben 43 journalisten uit het buitenland gepamperd toen de Markthal werd geopend. Die schreven er toen positieve stukjes over. We hebben een Lonely Planet schrijfster ingevlogen en gepamperd die daarna een positief stukje schreef over onze zogenaamde wereldstad.
Heel leuk allemaal, ik bedoel heel gers allemaal. Maar als rasechte Rotterdammer vraag ik me soms af of het wel zo gezond is, die constante zelfbejubeling.
Amsterdam
Ja, klopt, we hebben een mooie Martkhal waar je voor extra duur kunt sjoppen en wonen. Ja we hebben een wanstaltig grote De Rotterdam waar je voor extra extra duur kunt sjoppen en wonen.
Ja, de ene na de andere biologische koffietoko waar de creatieve import-Rotterdammert lekker naar een pensioenloos bestaan kan zzp’en schiet als een paddenstoel uit de grond.
Prachtig allemaal, maar wat is de keerzijde? Daar wil niemand over praten in onze zogenaamde wereldstad. Zelfkritiek is uit den boze in 010. We zijn recht voor zijn raap als het op anderen aankomt, maar over onszelf zitten we in een soort Noord-Koreaans keurslijf van onophoudelijke zelfverheerlijking.
Om dat te illustreren neem ik u even mee naar Amsterdam, 2014. De oude Herenclub, u weet wel, dat pretentieuze clubje mannen rondom Harry Mulisch, droeg het stokje over aan de nieuwe Herenclub. Ik was een van de gekozen gelukkige nieuwe leden.
De lancering was in De Balie, het hart van de Grachtengordel. Ik ging erheen met exact hetzelfde shirt dat ik nu aan heb. Pleurt toch op met dat arrogante Grachtengordelgedoe, dacht ik bij mezelf. Ik maakte die 020-ers de hele avond belachelijk. En weten jullie wat? Ze vonden het geweldig! Staande ovatie was mij deel.
Wat een contrast met Rotterdam. Wat een open mind in vergelijking met die kleinzielige, navelstarende, overdreven trotsheid in mijn eigen stad. Toen schrijver Arjen van Veelen en ik een kritisch stukje over de Markthal schreven in NRC Handelsblad werden we virtueel bijna gelynched.
“Hun”
Waar komt dat minderwaardigheidscomplex van Rotterdam vandaan? Om dat uit te leggen ga ik het over voetbal hebben. Voetbal in Rotterdam is een mooie samenvatting van de Rotterdamse mentaliteit, oftewel de Rotterdamse geest.
In het karakter van het voetbalhooliganisme kunnen we een kristallisering van “de geest” van de betreffende stad bespeuren. De zeitgeist van de stadsmentaliteit kom direct terug in de manier waarop voetbalhooligans hun geweld inzetten. Geweld bedoel ik in de ruimste zin van het woord, dus van de teksten van de spreekkoren tot waarom ze anderen in elkaar meppen tot politieke neigingen.
Dus voor de duidelijkheid: het gaat even niet om de gematigde Feyenoordfans, of zelfs de hooligans an sich, maar om wat het type hooliganisme zegt over de stad.
In 1993 werd ik als 11-jarige jongen de Kuip uitgejaagd omdat ik een “kankerturk” was. Toen Feyenoord een paar maanden geleden tegen Besiktas speelde werd een Turks-Rotterdamse Feyenoordfan het Feyenoordvak uitgeschopt. Ook al zwaaide de arme man met zijn seizoenskaart om te laten zien dat hij toch echt een Feyenoordfan was. Vorig jaar hebben Feyenoord-hooligans in Rome de Rotterdamse geest van “geen woorden maar daden” laten botvieren.
Zo chauvinistisch Rotterdams zijn, maar wel achter een bezorgde Limburger aanhuppelen.
Zihni Özdil
Historisch is Rotterdam altijd een stad geweest waar haat tegen “hun” extreem hoog is geweest. De zogenaamd multiculturele samenleving in Nederland mislukte bijvoorbeeld het eerst met de Afrikaanderwijkrellen van 1972.
Bezorgde Limburger
Het is een publiek geheim dat de harde kern van Feyenoord de beveiliging regelt van PVV-evenementen. Ironisch nietwaar? Zo chauvinistisch Rotterdams zijn, maar wel achter een bezorgde Limburger aanhuppelen. Dat zagen we ook bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen. In Rotterdam haalde de PVV de meeste stemmen. Vroeger haalde het CD van Janmaat ook al de meeste stemmen van Nederland in Rotterdam.
Hoe zit het dan met de Ajax-hooligans? Ook geen fijne jongens, begrijp me niet verkeerd. Maar dezelfde sociologische vraag: wat is het karakter van de hooligans, ergo wat is de geest van de stad? In Amsterdam niks never nooit geen nieuwrechts op nummer 1 bij verkiezingen.
Dat zie je ook terug bij het voetbal. Ajax-hooligans hebben allianties met antifascistisch tuig. Daar kun je van alles over zeggen, maar de “geest”, de “mentaliteit”, de zeitgeist die erachter zit is het compleet tegenovergestelde van die van de bruinhemden in onze stad.
Nieuw hooliganisme
U hoort het, beste stadsgenoten, ik hou zielsveel van Rotterdam. Ja, dat meen ik. Kritiek is de hoogste vorm van liefde.
Daarom ben ik dus ook he-le-maal klaar met Rotterdam. Die enorme kneuterigheid, die onuitstaanbare afkeer van intellectualisme. Geen woorden maar daden betekent niks anders dan: we gaan gewoon dingen doen zonder na te denken. Recht voor z’n raap, nog zo’n Rotterdams gezegde, is niks anders dan schaamteloze trotsheid op het feit dat we enorm lompe horken zijn.
Daarom zet ik vanmiddag een liefdevolle streep onder de Rotterdamse mentaliteit. Ik hoop dat u met me mee wil doen. Laten we een nieuwe voetbalgeest, een nieuwe stadsmentaliteit creëren. Eentje van een open-mind, een echte wereldstad die niet continu trots is op elke scheet die door de vastgoedsector wordt gelaten.
Een stad waar studenten ook af en toe de liefde kunnen opbrengen om een universiteitsgebouw te bezetten.
Een stad waar je in een cultureel bastion een Ajax-shirt kunt aantrekken om een statement te maken, en dan applaus kunt krijgen.
Een stad waar de culturele elite ook durft te hekelen dat we inmiddels de armste stad van Nederland zijn, dat we de hoogste werkloosheid hebben, dat sociale structuren uiteenvallen, mede dankzij het biologische koffie-zzp-bakfiets-Markthal-beleid.
Dames en heren stadsgenoten, hoog tijd voor een nieuw Rotterdams hooliganisme: eentje waar rare Limburgers de Kuip uit worden geschopt in plaats van Rotterdammers zoals ik die, notabene, vlak naast de Kuip zijn opgegroeid.
Deze column sprak Zihni Özdil uit tijdens de nieuwjaarsreceptie van LOKAAL op 20 januari 2016. Meer van Zihni Özdil? Klik hier.
Zihni Özdil is historicus, columnist voor NRC Handelsblad en schrijver van Nederland mijn Vaderland (Uitgeverij De Bezige Bij)
Door Pauline Ouwerkerk